Gezellig boodschappen doen zit er nu niet in
Boodschappen doen heb ik nooit als vervelend ervaren. Misschien komt het doordat mijn mama me altijd meenam boodschappen doen en ik daar fijne herinneringen aan heb. Boodschappen doen zag ik altijd als een uitje. Nu, deze dagen tijdens de coronacrises is het leuke er wel af. Ik zie er zelfs tegenop.
Net na het middaguur ga ik de supermarkt in. Bij de ingang hangt een briefje, dat aanraadt passende afstand van elkaar te houden. Dit is echter moeilijk te realiseren, omdat het idioot druk is in de Dirk van den Broek. Het lijkt wel alsof het morgen kerst is, zo druk is het. Er is nog een enkel boodschappenkarretje beschikbaar en alle mandjes zijn in gebruik.
Er heerst paniek. Dit is voelbaar bij de klanten en zichtbaar door vele lege schappen in de supermarkt. Bijna alle houdbare producten zijn weg. Door de drukte parkeer ik mijn karretje ergens in een hoek, zo hoef ik met dat karretje niet telkens door de menigte heen en manoeuvreer ik me voorzichtig langs de klanten.
Een bejaarde man krijgt een niesaanval bij de zakkenchips in de buurt. Iedereen om hem heen staat in ene stil en beweegt niet meer en kijkt in paniek om zich heen. Het niezen houdt enkele seconden aan. ‘Mijn man is verkouden!’ schreeuwt zijn vrouw, die enkele meters verder bij de nootjes staat. ‘Toch, Joop? Er is niets aan de hand hè? Je bent gewoon erg verkouden!’ Haar man schaamt zich overduidelijk en reageert niet, maar zegt eventjes later tegen zijn vrouw: ‘Kom, laten we gauw naar huis gaan. Iedereen schrikt zich hier de pleuris als ik nies.’
Even later sta ik in de rij. Niemand houdt hier een gepaste afstand van elkaar. Ik wil hier weg. Weg van al die mensen. Weg uit die rij!
En dan breekt er opnieuw chaos uit, ditmaal niet door hoesten of niezen, maar door een mevrouw die schreeuwt naar een medewerker van de Dirk, die iedereens aandacht trekt.
‘Hé, jij daar!’ schreeuwt de mevrouw door de winkel. ‘Jij zei me gisteren dat er aardappelen zouden zijn vandaag!’
De medewerker van de Dirk is kalm en loopt rustig richting de mevrouw, terwijl de vrouw in alle staten is en op ontploffen staat. ‘Dat klopt, mevrouw. Ik herinner me u nog van gisteren…’
‘Nou, waar zijn die aardappelen dan? Er is hier godverdomme niets!’
‘Mevrouw, kalmeert u nou, alstublieft. We zijn net open en de vrachtwagen is er nog niet.’
‘Wat heb ik daar nou aan?!’
‘U kunt later terugkomen.’
‘Alsof ik hier nog ooit terug wil komen?’ schreeuwt de vrouw, wanneer ze wegloopt.
De wachtenden in de rij kijken elkaar aan. Iedereen lijkt blij te zijn dat de mevrouw de winkel verlaat.
Boodschappen doen ervaarde ik altijd als een ontspannende bezigheid. Ik ging mijn boodschappenlijstje altijd fijn op mijn gemak af en in de rij staan vond ik nooit erg, daar maakte graag praatjes met buurtgenoten. Nu is het wel anders. Het leuke is er wel af. De chaos die er nu heerst, trek ik slecht.
In deze crisistijd is geduld een schone zaak. Geduld hebben tot schappen worden aangevuld. Geduld hebben tot je weer naar buiten kan. Geduld houden tot de crises voorbij is.
Mensen, heb alsjeblieft geduld en volg de maatregelingen. Er zit niets anders op.
Update: Tijdens het schrijven van deze column werd er bekendgemaakt dat er een “scherp deurbeleid” ingevoerd zal worden bij winkels, zodat er niet te veel mensen tegelijk binnen zijn. Dat betekent minder chaos. Fijn. Dank.