De tweede keer was geen toeval
In één week tijd kwam ik twee keer Candy Dulfer tegen. De eerste keer zag ik als toeval, de tweede keer zag ik als een teken.
De eerste keer ben ik onderweg naar het Vondelpark als ik Candy Dulfer tegenkom. Bij thuiskomst kan ik niet wachten mijn verhaal te vertellen aan mijn vrouw. Zij is weg van Candy. Ik vertel haar dat ze een soort kerst outfit droeg, een rode knuffelbare teddy jas met witte stippen, hoe ze de aandacht wilde van onze hond en ik niet doorhad wie ze was tot ze onze hond aaide en me een glimlach gaf, hoe ik twijfelde om te vragen of ze met onze hond op de foto wilde en ik het daarna stom van mezelf vond dat ik het niet durfde te vragen omdat ik die foto dan aan haar had kunnen showen.
Na het vertellen van mijn verhaal, hang ik mijn jas op in de gang en denk ik aan mijn vader. Met hem zag ik Candy meer dan eens optreden. Het laatste optreden waar we bij aanwezig waren was in de Melkweg tijdens Indomania in 2015 (zie foto). Ik stel me voor hoe mijn vader’s versie van het verhaal zou zijn geweest als hij die middag Candy was tegengekomen, hoe hij vol enthousiasme het huis was binnengewandeld en hoe ik aan zijn glimlach gelijk al had kunnen aflezen dat er buiten iets bijzonders was gebeurd. En hoe zijn hoge stem nog hoger dan normaal zou zijn geweest door zijn enthousiasme.
‘Weet je van wie ik sjans had hier in de straat?’ was zijn openingszin bij binnenkomst dan geweest.
‘Nou? Wie?’ had ik dan gevraagd.
‘Een BB…’
‘Een wat?’
‘Een Bekende Blondine, haha. Ze zag me al van ver aankomen.’
‘Nou, vertel nou wie…’
‘Candy Dulfer! Ze stond hier bij de fietsenwinkel naar de fietsen te kijken en toen zag ze mij en gaf ze me een knikje. Ze zag natuurlijk gelijk dat ik Moluks ben. Candy heeft dat gelijk door hè.’
‘Ja hoor, Dolfie. Die Candy toch hè. Haha.’
‘Ja, die Candy…haha.’
Mijn vader kon prachtig vertellen. Hij was erg humorvol en fantasierijk. Ik had een hele leuke vader.
De vader van Candy lijkt me ook leuk. Laatst las ik een stukje over hem in het Volkskrant magazine. Dat blad leg ik altijd naast de wc. Hij poseerde in het blad voor zijn molen. De foto fascineerde me mateloos. Het magazine lag de hele week opengeslagen naast de wc, met de foto van Hans Dulfer en zijn molen. Een Amsterdammer die een molen koopt in een dorp, kan niet anders dan leuk zijn.
Enkele dagen later, kom ik Candy opnieuw tegen. Ditmaal fietst ze langs in een tijgerprintjas. Ik bedenk me hoe bizar het is dat ik haar enkele dagen geleden voor de eerste keer tegenkwam in mijn buurt en nu alweer. Ik zie het als een teken. Nu denkt mijn vader aan mij.