Wat een gevonden paspoort wel niet teweeg kan brengen
Bij halte de Vlugtlaan stap ik uit. Ik ben onderweg naar mijn oma. Een meneer spreekt me aan. Hij vond zojuist een tas onder een bankje liggen.
“Hallo mevrouw, deze tas heeft een paspoort. Iemand paspoort kwijt. Erg hè,” zegt de meneer tegen me. Ik bekijk het paspoort. Het blijkt een Brits Paspoort te zijn van ene Carl. “Van wie is paspoort?” vraagt de meneer me. “Van een meneer uit Engeland,” zeg ik hem. “Nee. Geen meneer. Het is een vrouwentas.” Dat klopt. Ik begin van binnen een beetje te lachen. “Ja, een damestas van een meneer,” zeg ik terug tegen de meneer die de tas vond, die er niets meer van lijkt te snappen. “Brengt u de tas naar de politie of moet ik dat doen?” vraag ik hem. “Doe jij maar,” antwoordt hij me. Ok, zo gezegd zo gedaan, denk ik.
Eenmaal aangekomen bij oma leg ik uit wat er aan de hand is en oma adviseert me gelijk de politie te bellen. “De politie komt dan het paspoort ophalen,” vertelt mijn oma me. Ok, wat aardig van de politie, dat zij het paspoort komen ophalen. Verwachtte ik niet van ze. Gauw bel ik de politie en leg de situatie uit. Een politieagente vertelt me het volgende: “Mevrouw, als er geen aangifte is gedaan dan kan ik er ook niets mee. Breng maar naar de gemeente.” Hierna bel ik de gemeente. De meneer van de gemeente lijkt nogal verward door de situatie: “Waarom bel je ons hierover? Een paspoort moet je naar de politie brengen.” Hè? Hoezo weten de politie en de gemeente niet wat ze moeten doen als er een paspoort gevonden is? Na deze telefoongesprekken besluit ik het paspoort maar mee naar huis te nemen.
Net na thuiskomst komt er een vriend bij me op bezoek aan wie ik het paspoort laat zien. Hij zoekt gelijk op Facebook naar Carl, de eigenaar van het paspoort. Slim idee! Politie en gemeente weten niet wat ze hiermee aan moeten, maar Facebook misschien wel. De vriend vindt Carl, alleen lijkt het erop dat hij al een tijd niet online is geweest. Toch stuurt hij hem een bericht. En ik stuur vrienden van Carl een bericht. We wachten af.
Dagen passeren en we horen nog steeds niets van Carl of van zijn vrienden. Ik begin me zorgen te maken. Mijn hoofd komt tot de conclusie dat Carl is gerold. Daarom is hij niet meer online. Zijn telefoon en portemonnee zijn natuurlijk gestolen uit die tas, maar aan dat paspoort hadden ze niets, dus lieten ze dat achter. En misschien is er wel geweld gebruikt. Carl is een opvallend figuur met zijn dreadlocks en damestas. Een gewild prooi voor een stel macho’s zonder liefde in hun leven.
Dan bedenk ik me dat een privébericht via Facebook belandt in een apart vakje, als je niet bevriend met elkaar bent. Ik probeer het via een ander sociaal media kanaal. Via Instagram krijg ik binnen enkele minuten een reactie. De vriendin schrikt zich een hoedje en trommelt gelijk Jan en Alleman op om via via contact te krijgen met de reisgenoot van Carl. Diezelfde avond krijg ik nog een appje van zijn reisgenoot. En de dag erna staan Carl en zijn reisgenoot bij me op de stoep.
Met Carl bleek uiteindelijk niets ernstigs gebeurd te zijn. Hij had simpelweg zijn tas verloren. Toen hij voor me stond in levende lijve was het zo een pak voor mijn hart, dat ik hem gelijk een knuffel gaf.
Carl, de vermiste. Carl, de man over wie ik me zorgen maakte, maar niet eens kende. Carl, die ik al bijna voorbij zag komen op Opsporing Verzocht. Carl, jeetje man, wat liet je me schrikken.