Mooie toekomst stapje dichterbij
Toen de uitnodiging van de GGD binnenkwam belde ik gelijk dezelfde dag nog om een afspraak te maken. Vanwege mijn longproblemen wilde ik de vaccinatie zo snel mogelijk. Mijn longen zouden het coronavirus misschien niet kunnen verdragen. Ik was bang om op de intensive care te belanden of om dood te gaan. En ik ben nog niet zo oud en ik wil nog niet sterven, dus was er bij mij geen twijfel om hem te nemen.
De dag van mijn eerste vaccinatie was tevens de dag van het songfestival. Bij vrienden thuis zou ik het kijken. Ik keek er erg naar uit. Helaas, sliep ik door alles heen die avond. Thuis op de bank viel ik na een kop soep in slaap en werd ik pas tegen het einde van het programma weer wakker toen mijn partner thuis kwam van haar avonddienst. De bijwerking slaperigheid van de vaccinatie sloeg bij mij gelijk al als een bom in. Dit zou jammer genoeg niet de enige bijwerking zijn die het vaccine bij mij teweeg zou brengen.
De volgende dag werd ik wakker met een loopneus, een keel die aanvoelde alsof er een kaasschaaf doorheen was gegaan en nul procent energie. Het voelde alsof ik niet geslapen had. Ik sleepte mezelf vooruit. Ik lag voornamelijk alleen maar op de bank met Netflix en mijn hond naast me en zo om het kwartier kreeg ik een niesaanval, waar de hond telkens opnieuw van schrok. Ergens was het eigenlijk erg humoristisch hoe ik daar om de haverklap lag te niezen, als het niet zoveel energie van me wegnam, waar ik al niets van had. Wist je dat je na drie keer niezen twee calorieën kwijt bent? Nee? Nou, dan weet je dat nu. Ik verloor die dag wel zo een 100 calorieën terwijl ik alleen maar plat lag.
De dag erna was mijn schoonvader jarig. Die ochtend net na het ontwaken, werd ik opnieuw wakker met enorme keelpijn en genies en was het eerste wat ik naast me hoorde van mijn partner: ‘Oh nee, je bent nog ziek, nu kun je vandaag zeker niet mee naar papa’s verjaardag.’ Ik vond het zo sneu dat dat het eerste was dat ze uitbracht die ochtend, dat ik tegen mezelf zei dat ik mezelf die dag moest vermannen en mee moest naar haar vader in Badhoevedorp, mee in de tram, in de bus en lopen naar de haltes. Ik zou mezelf zover krijgen om mijn liefde te vergezellen. Bij haar papa zat in een hoekje op de bank onder een dekentje. Ik voelde me belabberd, maar ik was er. Het was me gelukt.
Op de dinsdag die volgde, bracht de ochtend geen enkele verandering aan de zaak en mocht ik van mezelf écht toegeven aan de shitzooi die de vaccinatie met zich meebracht. Ik schafte een boek aan waar ik benieuwd naar was en bereidde me voor om alleen maar in bed te liggen, zodat ik de dagen erna gewoon weer “normaal” alles kon doen. Zo had ik het in mijn hoofd gepland: een laatste dagje écht uitzieken in bed en daarna weer dansjes doen in de keuken tijdens het kokerellen. Ik zag mezelf al in de keuken staan. Daar keek ik naar uit. Dat was mijn missie.
Wat een fantasie was dat zeg, ik had zeker toen al koorts toen ik dat plan bedacht, want de dag erna en dagen die daarna volgden…lag ik nog steeds plat en werd ik alleen maar zieker. Tuurlijk had ik niet kunnen voorzien hoe het vaccine uit zou pakken bij me, ieder mens is anders, maar ik verwachtte niet een hele week beroerd te zijn en op bed te liggen. Het frustreerde mateloos. Ik kon niets anders dan liggen, slapen en lezen als ik niet sliep.
De dagen waren gevuld met leesvoer. In de ochtend las ik de Volkskrant, begin van de middag opende ik het boek van Lale Gül die ik had aangeschaft en einde van de middag las ik het Parool. Het gekke was dat ik helemaal niet zo een lezer ben, maar tijdens het ziekzijn stond niets anders me aan. Als ik nog studeerde dan had ik de nieuwstoets perfect gemaakt. Ik had zeker een 10 gescoord. Normaliter lees ik de kranten ook wel, maar wel enkel en alleen de artikelen en columns die me mijn interesse wekken, nu las ik álles wat erin stond, zelfs het economisch nieuws, waar ik geen hol van snapte en omdat ik er niets van begreep, las ik sommige alinea’s enkele keren overnieuw, alsof ik het daarna wél kon uitleggen aan een leek, terwijl ik die zelf was. Zo ging het overigens ook met het boek van Lale Gül dat ik las, daar stonden soms ook zinnen in die zo ingewikkeld waren geconstrueerd dat ik ze ook tweemaal of zelfs driemaal moest herlezen om ze te ontleden en volledig te begrijpen. Ik had er soms zelfs een woordenboek nodig om het ingewikkelde taalgebruik te begrijpen. Ik snapte niet waarom ze zo moeilijk deed. Ik vond het compleet nutteloos. Het haalde de vaart uit het boek. Het ritme werd verstoord. Waarom zou je woorden gebruiken die je in het dagelijks leven nooit gebruikt? Het maakt het boek er niet mooier op. Echt niet, alleen maar trager en ingewikkelder. Maar goed, niets dan lof voor Lale, diep respect voor haar. En gelukkig is het overgrote deel van haar debuut niet zo ingewikkeld geschreven.
Als lezen trouwens het enige is dat je kan verdragen als je ziek bent dan kun je misschien beter wat makkelijke chicklits of vrolijke romcoms kiezen dan wat ik koos. Ik werd namelijk alles behalve blij van mijn gekozen literatuur. Allemachtig zeg, wat is die Lale boos. Zij maakte mij ook boos. Na drie dagen “Ik ga leven” lezen, stommelde ik zelf ook vloekend door het huis, alsof haar boosheid zich op mij had afgegeven.
Toen ik vrijdagochtend, na vijf dagen ziek zijn, voelde dat de koorts was gezakt, er weer energie door mijn aderen stroomde en ik zonnestralen door een kier van de gordijnen zag schijnen, stond ik gelijk vroeg op met de hond om te wandelen. Buiten begon het eindelijk een beetje op zomer te lijken, na alle bewolking en regen. De zon scheen volop en ik deed iets voor het eerst, wat ik eerder nog nooit tijdens een ommetje om met de hond had gedaan, ik ging op een bankje zitten aan de kade in de zon.
Na dagen ziek te zijn geweest, was de buitenlucht en de warmte van de zon een verademing als jewelste. De zon en het briesje wind voelde aan als een ware tropische vakantie waar ik jaren naartoe had geleefd. Het was niet alleen de vermoeidheid van de afgelopen dagen, maar de gehele coronacrisis voelde ik van me afglijden. Alle zorgen die het meebracht waren even nergens meer te bekennen. Ik bekeek de eenden in de gracht en begroette buurtgenoten die langsliepen. Ik genoot volop van de stad en zag een mooie toekomst voor me. Een heerlijk vooruitzicht. Een toekomst zonder Corona.