2023

Ze wil mijn boek lezen!

Bij de bakker zag ik haar staan. Ik stond een stukje verderop en twijfelde voor de zoveelste keer weer om haar aan te spreken. Hoe begin ik dan? Wat is mijn openingszin? Ik moet mezelf niet vergeten voor te stellen, dat vergeet ik soms en dat komt enorm onbeleefd over alsof ik alleen maar iets van iemand wil, zo moet het dit keer niet gaan. Ten eerste moet ik dus netjes zijn. Ok, ja, netjes, jeetje, kijk hoe ik eruitzie vandaag. Ik kom net uit mijn bed gerold, voel me belabberd, sliep ontiegelijk slecht vannacht, heb een loopneus en ik nies om de haverklap. Nee, ik heb geen corona, moet ik dat haar melden als ik haar aanspreek? Dat ik een test deed en dat ze niet bang hoeft te zijn? Nee, natuurlijk niet. Doe niet zo raar! Stel jezelf gewoon voor, zeg dat je een boek schrijft en of zij het wil lezen en wil vertellen wat ze ervan vindt. Zogezegd, zo gedaan. Ok. Waar is ze nou? Ik zie haar niet meer bij de bakker staan. Jeetje, ik moet wel op blijven letten! Oh, nu is ze bij de kaaskraam tegenover de bakker. Ok, ik blijf nog even staan waar ik sta. Rustig blijven, adem in en uit. Doe je zonnebril af, dat is ook wel zo netjes als je haar aanspreekt. Maar mijn hoofd kan met zijn hersenschudding door het auto-ongeluk op Texel de zon nog niet verdragen, maar doe toch maar je bril af, want zij weet niets van de staat van je hoofd af. Ok, ze komt deze kant op. Rustig blijven nou, gedraag je niet als een fan, gewoon van mens tot mens met elkaar praten, je kunt dit…

            ‘Ehm, sorry, hallo, mag ik je iets vragen?’

‘Ja, natuurlijk, vraag maar…’

‘Hi, ik ben Sheyna en ik zie je hier wel vaker in de buurt en nu dacht ik: ok, spreek haar nou aan, dus eh, nu spreek ik je dus aan omdat ik een boek schrijf en je wil vragen of je het misschien zou willen lezen…’

            ‘Hi Sheyna, dat wil ik wel hoor. Maar ik moet je wel alvast zeggen dat ik erg kritisch ben.’

‘Ok.’

‘Waar gaat je boek over?’

‘Nou ehm…over….ehm…de laatste vijf jaar en ehm…’

Deze vraag zag ik niet aankomen, ik bedoel, ik had überhaupt geen gesprek met haar verwacht en nu waren we aan het praten en sloeg ik compleet dicht, alsof ik niet wist waar mijn eigen boek overging. Doe even normaal! Ik kon wel door de grond heen zakken. Iemand, help me nu!

‘Wat is het thema?’

God zij dank, een vervolgvraag, daar kon ik wel gelijk antwoord opgeven.

‘Rouw,’ antwoordde ik.

‘Nou, daar zit je wel goed mee. Dat is nu erg populair. Mijn mailadres staat onder mijn column dus stuur het daar maar heen. Ik ben benieuwd naar je boek.’

‘Ok.’

‘Maar nogmaals, ik ben erg kritisch. Ik schrijf ook recensies voor de krant hè.’

‘Ok. Ik ben al heel blij dat u het wil lezen! Dank u wel!’

Begon ik het gesprek nou met “je” en eindigde ik het net nou met “u”? Ach, wat maakt het ook uit! Sylvia Witteman is bereid mijn boek te lezen en dat is voor mij echt wel een groot iets, jawel. Oma had dit ook heel leuk gevonden, die was fan van haar columns.

            Leuk hè, oma!
             Ja, lieverd, heel leuk! Maar schrijf nou eerst maar dat boek van je af hè.
Ja, oma. Ik ga er nú mee verder!