Draai er niet omheen
‘Goedemorgen, mag ik u iets kleins aanbieden?’ vraagt een mevrouw die me staande houdt op straat. Naast haar staat een meneer in pak en zij is in een keurige lange zwart-witte bloemetjesjurk. Van mijlenver viel het stel me al op. Zulke keurig geklede mensen vallen op zo vroeg in de ochtend. Het is zomer. Warm. De zon schijnt al fel. Het is een zaterdagochtend. Zouden ze naar een begrafenis gaan? Of naar een bruiloft? Het is nog vroeg in de ochtend. De winkels zijn nog dicht in de Kinkerstraat. Eerder passeerden ze een andere mevrouw, die hen afwees. Nu ben ik aan de beurt. Het blijken Jehova’s Getuigen te zijn. Het kleine dat ze willen aanbieden is een folder. ‘Prima,’ zeg ik terug en neem de folder aan. De folder is zeker klein. Hij is smal en dun. Ze wilden misschien papier besparen dat ze zo weinig ervan gebruikten om hun boodschap te verkondigen. Maar voor hun is het toch helemaal niet iets kleins? Voor hun behelst de folder toch een groot gedeelte van hun leven? Daarmee verkondigen ze toch hun Waarheid? Waarom zouden ze het dan verpakken als iets kleins? Waarom eromheen draaien? Het vermommen als iets kleins terwijl het helemaal niet iets kleins voor hen is? Als je me een snoepje aan zou bieden, dan zou ik het toepasselijk vinden. Een snoepje is iets kleins. Een theezakje, ook iets kleins. En een paperclip, is ook zeker klein. Maar een religieuze folder waarop in grote letters staat geschreven: Waar vind je het antwoord op levensvragen? Nee, dat is niet iets kleins. Het is een kleine folder met een grote vraag, ja. Maar noem het alsjeblieft niet iets kleins, want dat is het niet voor jullie. En ook niet voor mij. Je drukt me een folder in mijn handen met een grote vraag, waar ik antwoorden vind op levensvragen is al bijna een levensvraag op zich, daar ga ik over nadenken op deze zaterdagochtend om acht uur terwijl ik de hond uitlaat met mijn slaperige hoofd. Dus nee, het is niet iets kleins. Het is verre van iets kleins. Voor niemand is het iets kleins. Verzin iets anders. Of laat simpelweg het verkleinwoordje achterwege en zeg gewoon: mag ik u iets aanbieden? Wees eerlijk. To the point. Dan is het voor iedereen gemakkelijker te behappen. Dat is de boodschap die ik deze zaterdagochtend graag wil verkondigen. Draai er niet omheen. Alsjeblieft, dankjewel.